Het verhaal van Centre Point in Indonesië

image about Het verhaal van Centre Point in Indonesië

Het laten zien van de consequenties van beleid en bedrijvigheid voor gemeenschappen en natuur in het buitenland, is een essentiele bron om beleid te kunnen verbeteren. Het nastreven van beleidscoherentie is een belangrijk onderdeel van het werk van FGG. DIt verhaal over het opspuiten van nieuw land in Indonesië laat zien hoe de lokale bevolking te dealen heeft met de consequenties.

Een gouden kans?

Het klinkt als een gouden kans voor Nederlandse bedrijven om samen met de Indonesische regering nieuw land op te spuiten voor de kust van miljoenenstad Makassar in Zuid-Sulawesi. Op de plek waar al een klein eiland ligt, moeten vijf nieuwe kunstmatige eilanden worden gecreëerd in de vorm van een Garoeda (adelaar), het nationale symbool van Indonesië. Met dit nieuwe land, dat Centre Point gaat heten, komt meer ruimte vrij om huizen, bedrijven, publieke voorzieningen en groen te realiseren voor de groeiende bevolking. Maar er ligt een behoorlijke adder onder het gras van dit prestigeproject.

De rol van Nederland

De Indonesische regering geeft de opdracht voor Centre Point aan KSO Ciputra Yasmin, die de landaanwinning laat uitvoeren door het Nederlandse Boskalis. Zij winnen het contract ter waarde van 75 miljoen euro om de kunstmatige eilanden aan te leggen in 2017. Het is vervolgens aan Atradius Dutch State Business (DSB) om de risico’s van het project in kaart te brengen en het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Financiën hierover te adviseren.

Het project Centre Point wordt door Atradius DSB geclassificeerd als een Categorie A project (hoog risico) vanwege de omvang van de landaanwinning en de mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de leefomgeving. Na een jaar van onderzoek naar de sociale en milieu risico’s geeft Atradius DSB een positief advies aan de Nederlandse overheid om de transactie in verzekering te nemen. Dit gebeurt dan ook, in de zomer van 2017. Inmiddels zijn de werkzaamheden van Boskalis voor Centre Point begonnen en dat is niet zonder zorgen gegaan.

80% minder vis en erosie van de kustlijn

De kustlijn bij Makassar heeft drie natuurlijke barrières, die het land tegen de zee beschermen. De eerste is het koraalrif, gevolgd door zeegras en uiteindelijk zand. Door het zand voor de kust af te graven voor het opspuiten van de kunstmatige eilanden, is een belangrijke barrière weggevallen. Volgens onderzoek van de Indonesische milieuorganisatie WAHLI South Sulawesi en de Nederlandse mensenrechten- en milieuorganisatie Both ENDS zijn verschillende vissersdorpen hier de dupe van geworden.

Niet alleen daalde de visvangst (en dus de inkomsten) van deze traditionele vissers met 80%, maar er zijn ook 21 huizen zwaar aangetast door de toegenomen erosie van de kustlijn. Bij tenminste een van de vissersdorpen zijn ook delen van de begraafplaats weggeslagen en in zee verdwenen*De begraafplaats heeft een belangrijke rol in de plaatselijke gemeenschappen. Niet alleen vertegenwoordigen ze een stuk geschiedenis, het staat ook symbool voor het feit dat we hier generaties lang geleefd hebben en gestorven zijn. Lees verder. De dorpelingen hebben slechts een paar lichamen van hun begraven voorouders uit het water weten te redden, de anderen zijn verloren gegaan.

Gedwongen uitzetting

Om de vijf eilanden van Centre Point te kunnen opspuiten, moesten 43 families het al bestaande eiland voor de kust van Makassar onder dwang verlaten. Zij werden daarbij niet gehoord noch gecompenseerd. In 2014 werden ze simpelweg door de politie weg gehaald. Sommigen van hen wonen sindsdien in de buitenlucht onder een brug, met de hele familie op een krappe kamer of illegaal op publiek terrein. Van de meesten is sinds de gedwongen uitzetting echter niks bekend.

Hoop voor de toekomst

Toch is de gedupeerde lokale bevolking*Daar waar het in eerste instantie om mannelijke vissers lijkt te draaien, is de rol van vrouwen extreem belangrijk in deze gemeenschappen. Dat wordt vaak over het hoofd gezien. Lees verder niet uit op een vergoeding voor het hun aangedane leed. Nu de werkzaamheden achter de rug zijn en de visvangst eindelijk weer een beetje begint aan te trekken, willen ze vooral vooruitkijken en zich op de toekomst richten. Wat ze wel graag willen, is erkenning. De plaatselijke bevolking had een belangrijke speler in dit verhaal moeten zijn, die gehoord zou moeten worden en waarmee rekening zou moeten worden gehouden. Door dit te erkennen, hopen ze te kunnen voorkomen dat bewoners bij soortgelijke projecten in de toekomst -net als zij- de dupe worden. Samen met WALHI en Both ENDS hebben ze daarom een officiële klacht ingediend bij Atradius DSB.

Leren van Makassar

Deze klacht bestaat er hoofdzakelijk uit, dat Atradius DSB had moeten controleren of er overleg is geweest met de plaatselijke bevolking over de mogelijke gevolgen van dit project. Dat is in dit geval niet goed gebeurd. “We hebben er geen bezwaar tegen dat buitenlandse bedrijven zaken komen doen in Indonesië en daar geld aan verdienen, maar het moet wel eerlijk en rechtvaardig gebeuren,” legt Amien van WAHLI South Sulawesi uit. “We willen een fundamentele verandering zien, waarin bedrijven niet alleen oog hebben voor de winst, maar ook voor de gevolgen voor de plaatselijke bevolking en het milieu.”
“Toen ik net betrokken was bij deze zaak, was ik heel erg boos op Nederland. Ik wilde compensatie voor het levensonderhoud van de lokale vissers en voor alles wat ze hebben verloren. Maar dat is de praktische kant van de zaak op de korte termijn. Ik realiseerde me, dat het belangrijker is om naar de lange termijn te kijken en ervoor te zorgen dat overheden en bedrijven oog hebben voor mensenrechten, milieu en de specifieke impact van projecten op vrouwen. We moeten leren van wat er in Makassar is gebeurd.”

WAHLI South Sulawesi is al jaren bezig met het verzamelen van informatie in deze zaak. Samen met Both ENDS en de plaatselijke bevolking hebben ze deze informatie verwerkt tot een klacht van 140 pagina’s. Daarvoor hebben ze betrokken locaties nogmaals bezocht.

Het horen van de lokale bevolking

“De klacht gaat over twee dingen,” legt Niels Hazekamp van Both ENDS uit. “Ten eerste heeft Atradius DSB het project niet goed gedefinieerd en niet gecontroleerd of alle betrokkenen gehoord zijn over de potentiële risico’s van het project. Atradius DSB heeft nooit direct met de vissersgemeenschappen gesproken. Daar was wel alle aanleiding toe en had hen vooraf veel inzichten kunnen geven die nu pas achteraf aan bod komen in de klacht.”

Wie is verantwoordelijk?

“Het tweede deel van de klacht gaat over verantwoordelijkheid. Atradius DSB is hoe dan ook via Boskalis gelinkt aan de negatieve impact van het project Centre Point bij Makassar. Dat hebben ze tot nu toe nog niet erkend. Sterker nog, ze stellen dat het (nog) niet bewezen is dat de negatieve gevolgen zoals visafname en erosie ook daadwerkelijk door de werkzaamheden van Boskalis komen. Met deze klacht hopen we tot een gezamenlijke erkenning van de verantwoordelijkheid van Atradius DSB te komen.”

Inmiddels hebben WAHLI South Sulawesi en Both ENDS een gesprek gehad met Atradius DSB. “Dat was een fijn gesprek, waarbij het gevoel ontstond dat er geluisterd werd,” vertelt Niels. “Het liefst zouden we nu zien, dat Atradius DSB in gesprek gaat met de vissers daar.” Of dit ook gaat gebeuren, is nog niet duidelijk. Maar het gesprek geeft zeker hoop voor de toekomst en schept een precedent om de plaatselijke bevolking te horen over de mogelijke risico’s van nieuwe projecten. En dat is precies wat Amien van WAHLI South Sulawesi voor ogen had: dat we leren van wat er in Makassar misging, zodat we dit in de toekomst kunnen voorkomen. Momenteel analyseert Atradius DSB de klacht in detail.

SDGs

Related tags

Centre Point

Story Map